dispuut-circe.jprg

Essentialia

Opgericht: 5 november 1971
Erkend: 25 oktober 1972
Zinsspreuk: spes et patienta
Kleuren: bordeauxrood, zwart en zilver
Blazoen: kat met hoge rug
Beschermvrouw: mw. J.J.M. Doyle-Pfeil
Erelid: mw. I.A.M. van der Avoort
Bestuur

– Praeses: Isabel van de Moosdijk
– Abactis: Jasmijn Gijsberti Hodenpijl
– Quaestrix: Darja Merkouriva
Contact
– Abactiaat: Multatuliplaats 30, 6531 DW, Nijmegen
– E-mail: dispuut_circe@hotmail.com
Instagram

Het Circe verhaal

Een lange tocht had Odysseus gehad na de overwinning van de Grieken in troje toen hij met zijn bemanning bij het eiland Aiaia belandde. Hier woonde de machtige tovervrouwe Circe, de dochter van de zonnegod Helios. Bij aankomst verdeelde Odysseus zijn manschappen in twee. De helft werd aangevoerd door Odysseus zelf en de andere helft door Eurylochos.

De groep onder leiding van Eurylochos ging het eiland verkennen. Na een lange tocht kwamen ze bij een mooi huis. Rond het huis zwierven vele dieren. De mannen gingen door de poorten van het bouwwerk naar binnen. Circe zat binnen. Toen ze de mannen hoorde, kwam ze naar buiten en nodigde hen vriendelijk uit haar huis te betreden. Iedereen, behalve Eurylochos, volgden haar naar binnen, want hij vermoedde onheil.

Circe gaf de mannen een geurige wijn waar ze heimelijk bedwelmende toversappen aan had toegevoegd, waardoor de mannen plotseling veranderden in borstelige zwijnen.

Lang wachtte Eurylochos voor het huis, maar de mannen kwamen niet meer terug. Snel keerde Eurylochos terug naar Odysseus. Odysseus greep snel zijn zwaard en haastte zich naar het huis van Circe. Onderweg verscheen voor hem de god Hermes. Hij zei tot Odysseus: “Vreemdeling, je vrienden zijn door de tovenares Circe als zwijnen in de stal opgesloten. Als je er naartoe gaat om ze mee terug te nemen, zal jou hetzelfde lot treffen. Maar ik zal je helpen: neem dit toverkruid, de mierikswortel. Als Circe de toverwijn voor je ment, zal deze wortel je beschermen en zul je niet in een dier veranderen. Als ze je met haar toverstaf beroert, trek dan je zwaard en stort je op haar alsof je haar van het leven wilt beroven. Laat haar niet los voordat ze bij de goden heeft gezworen je niets te doen en je metgezellen te bevrijden en weer in mensen te veranderen.”

Aangekomen bij het huis riep Odysseus Circe. Circe trad meteen naar buiten en nodigde hem uit binnen te komen. Ze bood hem de wijn aan. Maar toen ze hem met haar toverstaf aanraakte gebeurde er niets. De held stortte zich met getrokken zwaard op de verbaasde tovervrouwe en dreigde haar te doden. “Wie ben jij?” snikte ze, “waar kom je vandaan? Waarom heeft mijn toverdrank geen vat op je? Ben je soms Odysseus, die naar mij toe zou komen zoals de god Hermes mij verkondigde? Berg toch snel je zwaard op en kom mee naar mijn bed waar we van de liefde kunnen genieten.” Odysseus antwoordde haar: “Hoe kan ik aardig tegen je zijn en je liefhebben, terwijl je mijn vrienden in zwijnen hebt veranderd? Zweer de heilige eed dat jij mij niets zult doen en mijn mannen bevrijdt.” Circe deed wat hij van haar vroeg. Ze bestreek de zwijnen met een heilzame wonderzalf waardoor de zwijnen veranderden in de bemanning zoals Odysseus ze herkende. Een jaar lang woonden Odysseus en zijn mannen bij Circe. Toen werd het tijd voor hen om de zoektocht naar hun vaderland te vervolgen. Circe kon niet anders dan ze met een hart vol droefenis laten vertrekken.

Circe-en-Odysseus-door-John-William-Waterhouse-e1452794241497